Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

De paardenprocessie verboden

Op maandag 3 april 2001 bleef de paardenprocessie binnen uit angst voor BSE. Hakendover stond in rep en roer. Wij schreven toen:

“Hakendover staat reeds een paar weken in rep en roer. Het besluit van burgemeester en schepencollege heeft de gemoederen verhit. Velen begrijpen de angst van de boeren wel maar moet de ingreep zo drastisch zijn? Een processie zonder paarden - dat kan er bij de meerderheid nog wel in - maar geen processie, geen kermis, geen gelegenheidscafés, geen wielerwedstrijd...??? Is dat niet wat ver gezocht? Het processiecomité en de parochieploeg zijn geraakt omdat zij op geen enkel ogenblik worden geraadpleegd. Zoveel maanden werk en voorbereiding voor niets. Meteen doen ze alternatieve voorstellen zoals een processie zonder paarden of een processie die de akkers niet zal betreden. Prompt worden de Nederlandse broederschappen verwittigd dat de processie dit jaar niet zal kunnen doorgaan. Deze maken echter geen aanstalten om hun bedevaartplannen hiervoor op te geven. Schijnbaar doet het gemeentebestuur een toegift door te zeggen zich over deze voorstellen te zullen beraden. Zo stelt onze kersverse burgervader voor tienduizend handtekeningen te verzamelen van Nederlanders die niet naar Hakendover zullen komen in ruil voor een processie...”

Het zal u misschien verbazen maar de inmenging van de politiek in religieuze aangelegenheden is niet nieuw. De zogenaamde scheiding van kerk en staat mag dan al wel bij wet geregeld en voorgeschreven zijn, in veel gevallen blijft het tot op heden een dode letter. Een volledige scheiding is immers niet meer mogelijk vermits veel religieuze gebouwen zoals kerken eigendom zijn van de Belgische staat of de gemeentes. Uiteraard staan zij dan ook in voor onderhoud en renovatie. Priesters worden in ons land door de overheid uitbetaald, het “katholiek” vrij onderwijs heeft nog steeds naam en faam. En ga zo maar door...

De Verlichting

De wettelijke regelingen die er sinds de Verlichting in de 18e eeuw en vooral sinds de Franse Revolutie van kracht zijn, waren in oorsprong niet meer dan een poging om de invloed van de kerk en vooral van de katholieke kerkleiding in Rome aan banden te leggen. Op een aantal vlakken zou je dus kunnen stellen dat de band tussen kerk en staat nog groter is dan voordien... precies omdat men de macht van de kerk aan “banden” heeft willen leggen.

Koningen en vorsten, maar ook de clerus hebben zich in het verleden vaak bediend van religie om hun eigen positie te verstevigen en een goed gefundeerde religieuze basis aan hun machtsgeile politiek te geven. Religie was een middel... en het geloof van de volksmassa moest de rest doen. In het volgende artikel schetsen we een beknopt historisch overzicht van politieke beslissingen en wetten in verband met bedevaarten en processies.

De regering van Maria-Theresia

Als beginpunt voor ons relaas nemen we de regering van Maria-Theresia, landvoogdes van de zuidelijke Nederlanden. Maria Theresia van Oostenrijk (Wenen 13 mei 1717 – aldaar 29 november 1780), aartshertogin van Oostenrijk, koningin van Hongarije en Bohemen van 1740 tot 1780, Duits keizerin van 1745 tot 1765. Maria Theresia was een dochter van keizer Karel VI uit het Huis Habsburg. Karel VI's enige mannelijke troonopvolger, Leopold Johann, stierf als kind in 1716. Karel had echter in 1713 de Pragmatische Sanctie afgekondigd, die het toeliet dat een dochter de Oostenrijkse troon besteeg. Veel Europese monarchen gingen akkoord met deze sanctie wanneer ze werd afgekondigd, maar wanneer deze werd uitgevoerd, en dus wanneer Maria Theresia de troon wilde bestijgen, begon de Oostenrijkse Successieoorlog. Op dat moment was Maria Theresia getrouwd met Frans I Stefan, met wie ze zestien kinderen kreeg. Haar jongste dochter was Marie-Antoinette, die later de vrouw zou worden van Lodewijk XVI van Frankrijk.

Maria Theresia's vader had aangenomen dat zij het besturen van het land zou overlaten aan haar man, en had haar daarom niets geleerd over het besturen van een rijk. Daarom werd ze gedwongen alles op zichzelf te leren. Wannneer de Oostenrijkse Successieoorlog uitbrak was de Oostenrijkse schatkist bijna leeg, en was het leger zwaar onderbemand. Ze verdubbelde het aantal troepen in haar leger, reorganiseerde de belastingen zodat het leger en de regering een stabiel jaarlijks inkomen zouden hebben, en centraliseerde de regering. Deze hervormingen kwamen de economie ten goede. In 1752 stichtte ze een militaire academie, in 1754 stichtte ze een school voor toekomstige ingenieurs en in 1776 een, in België, nog steeds actieve stichting voor de kinderen en weduwen van militairen en lagere officieren van haar troepen . Op aanraden van haar kanselier, Wenzel Anton von Kaunitz, verbrak ze haar alliantie met het Verenigd Koninkrijk, en verbond zich met Rusland en Frankrijk. In 1756, wanneer ze haar leger sterk genoeg achtte, plande ze een inval in Pruisen. Frederik II was haar echter voor, en viel Saksen binnen. Het beginschot van de Zevenjarige Oorlog was zo gegeven. De oorlog eindigde in 1763 wanneer Maria

Theresia het Verdrag van Hubertusberg tekende, waarbij ze het Pruisische gezag over Silezië erkende. Haar man stierf twee jaar later. Haar toewijding aan haar man was zo groot dat ze zich vanaf zijn dood enkel in rouwkleren hulde tot haar eigen dood 15 jaar later. Ze begon zich ook meer toe te leggen op het behouden van de vrede dan op het heroveren van Silezië. Ze erkende ook Jozef II, haar oudste zoon, als co-regent en keizer. Ze gaf hem echter beperkte macht, aangezien ze vond dat hij te arrogant en onvoorzichtig was. Ze stierf in 1780, en was de enige vrouw in de 650-jaar lange Habsburg-dynastie.

Scherpenheuvel en de protestanten

Het ontstaan van het protestantisme of Reformatie en de daaropvolgende godsdienstoorlogen deden de macht van de katholieke Kerk van Rome geen goed. De Kerk lanceerde een tegenbeweging, de Contrareformatie die haar tanende macht in ere moest herstellen. In die periode situeert zich het optreden van de landvoogden Albrecht en Isabella. Op afbeeldingen zien we hen knielen onder de boom met het mirakuleuze beeld van Maria van Scherpenheuvel. Het ontstaan van die bedevaartplaats was een goede zet in het kaartspel tussen kerk en staat. Ook het mirakel met het befaamde kruis van de Wittevrouwen in Tienen situeert zich rond die periode. De paasmaandagprocessie moet in die « barokke » periode met de nodige pracht en praal zijn uitgebouwd. Pieraerts en Cartuyvels schrijven daarover

"een Processie door het Dorp, en rondom door het Veld, in welke Processie het Hoogweerdig H. Sacrament ende het Beeld van den Zaligmaeker, met groote eerbiedinge word om-gedragen, wanneer een ontellyke menigte van volk, zoo te voet, als te peerd, hier aenkomen, om met hunne tegenwoordigheyd en bezondere devotie, de zelve te vergezelschappen. Het Beeld word omgedraegen door de Confreers van den edelen Handboge tot Thienen, welke altemael ook tegenwoordig zyn, gelyk ook de principaelste Heeren van het Magistraer van Thienen, om het Alder-heyligste, te seamen met het Beeld van de lieven Gekruysten Zaligmaeker, te vergezelschappen. Deze Processie placht eertys vereert te worden met eenige Triumphwagens, die nu door den Oorlog zyn verwoest. In deze Processie ziet men gemeynelyk zes oft zeven hondert peerden, en met duyzende menschen te voet... "

Het Dertienmaal ging in die periode van de kerk van de Goddelijke Zaligmaker van Hakendover tot aan het kapelletje van het Wittevrouwenklooster (thans aan het kruispunt van de suikerraffinaderij), dertien maal heen en terug.

"Voorders is te bemerken, dat den eersten dag, korts naer de voorsz. Benedictie, worden gevonden veele menschen, de welke derthien-mael, met groote devotie, gean van deze Kerke tot het Capelleken, staende aen het Klooster van de Witte-vrouwen tot Thienen, gaende en weder-keerende den heelen nacht, tot derthien-mael toe, niet-tegenstaende het saisoen van den tyd, wanneer het dikwils grootelyks regent, sneeuwt, oft vriest, &c."

Uit : E .H. Cartuyvels, F. Kort, klaer en waerachtig verhael van den oorsprong en voortgang der Stichtinge van de Mirakuleuze Kerke van den Zaligmaekers des werelds in de parochie van Hakendover oft Haeckendoren..." Tienen, 1704, 71 p.

“institution primitive”

Maria-Theresia wou de godsdienst niet afschaffen of verbieden maar zuiveren van misbruiken en uitwassen. De religie en het geloof moesten terug naar hun «institution primitive » en verlost worden van alle barokke pracht en praal die er in de vorige eeuwen was aan toegevoegd. De deelnemers aan de processies mochten voortaan enkel « onverkleed » in hun dagelijkse kleding meestappen in de processie. Bovendien mochten volgens de maatregels die zij uitvaardigde in processies enkel die beelden en voorwerpen worden meegedragen die voor de processie waren bedoeld. In 1783 vaardigde ze een aantal wetten uit die de Broederschappen die achter de organisatie van een processie zaten aan banden te leggen. Reeds 11 jaar eerder -in 1772- werd het verboden om groepsbedevaarten buiten het rijk te ondernemen. Bij zulke bedevaarten waaraan zowel mannen als vrouwen deelnamen, kwamen vaak overnachtingen te pas en dat leidde in de ogen van de overheden maar al te vaak tot uitspattingen zoals drankmisbruik en losbandigheid. Daarom mocht de organisatie van een bedevaart niet langer in handen zijn van een leek maar van een geestelijke. Maria-Theresia's opvolger Jozef II ging nog een stapje verder. Hij vaardigde regels uit voor bedevaarten, broederschappen, processies...

  1. Behalve de kruisdagenprocessies mochten in elke parochie jaarlijks niet meer dan twee processies worden gehouden: op Sacramentsdag en één op een andere, door de bisschop vast te stellen dag. Deze moest zoveel als mogelijk niet op een zondag worden gehouden om de zondagse liturgie niet te storen.
  2. Bij die processies mochten geen beelden of afbeeldingen worden meegedragen, noch ambachts- of gildetekens, bijzondere kleding of andere 'bigarrages' (bonte uitdossing); geen begeleiding door muziek.
  3. Afgezien van de onder 1 genoemde, zijn verder alleen de door de bisschop verordonneerde processies toegestaan om de hulp van God in te roepen in moeilijke omstandigheden: voor regen of mooi weer en bij noodsituaties.
  4. Elke andere processie is verboden, alsmede de groeps- of processiebedevaart, naar welke plaats dan ook.
  5. Alle plechtigheden bekend onder de naam 'jubilés' zijn eveneens verboden.

Uit: Margry, «Teedere Quaesties: religieuze rituelen in conflict» , Hilversum, 2000.

Kruisdagen

Het is opvallend dat de rituelen rond de kruisdagen (=bidweek voorafgaand aan Onze-Lieve-Heerhemelvaart) afzonderlijk worden vermeld. Drie redenen liggen hiervoor aan de grondslag.
  1. De gelovigen werden niet 'verplicht' tot deelname.
  2. De kruisdagen bestonden reeds sinds 'onheuglijke' tijden.
  3. Ze vielen op werkdagen zodat er geen speciale feestdag aan verbonden was.

Jozef II (13 maart 1741 - 20 februari 1790) was keizer van het Heilige Roomse Rijk van 1765 tot 1790. Hij was de zoon van Maria Theresia van Oostenrijk en keizer Frans I. In de Zuidelijke Nederlanden stond hij bekend als de keizer koster omwille van zijn bemoeizucht en zijn verlichte hervormingspolitiek. Deze politiek leidde tot verzet en uiteindelijk de Brabantse Omwenteling van 1789-1790.

Jozef II heeft een grote invloed gehad op het vigerend strafrecht. Hij streefde naar een diepgaande hervorming van de Constitutio Theresiana Criminalis van zijn moeder Maria Theresia. Op 13 januari 1787 tekende hij te Wenen de afkondiging van het Allgemeines Gesetz über Verbrechen und derselben Bestraffung. Ook in de Oostenrijkse Nederlanden trachtte hij het recht diepgaand te hervormen. Hij gaf de hertog van Brabant opdracht om hieraan te werken. Het resultaat van deze poging tot hervorming werd voorgelegd aan Jozef II maar deze ging niet akkoord en weigerde de ontwerptekst te aanvaarden omdat die niet ver genoeg ging. Hierop gaf hij aan Karl Anton von Martini de opdracht om het wetboek dat deze reeds voor Lombardije had gemaakt te vertalen in het Nederlands. Deze "vreemde" tekst werd echter niet aanvaard door de Oostenrijkse Nederlanden en zal mede aan de basis liggen van de Brabantse Omwenteling.

Broederschappen en herbergen

Veel bedevaarten en processies werden sinds de Contrareformatie georganiseerd en gestimuleerd door broederschappen van leken die niet altijd op goede voet leefden met de lokale kerkelijke overheden. Hun rol in het plattelandsleven reikte veel verder dan enkel de organisatie en begeleiding van processies en bedevaarten. Wellicht om geld in hun laatje te krijgen organiseerden zij maaltijden en begeleidden ze zelfs begrafenissen. De organisatie van bedevaarten en processies naar kerken en kapellen in naburige en verder af gelegen dorpen en steden lokte de gelovigen weg uit de eigen parochie én dat betekende dan automatisch ook minder geld voor de eigen kerk... De reglementeringen van Jozef II vielen bij de geestelijkheid dus niet overal in 'slechte' aarde... Ook het profane gedeelte van bedevaarten met dans, herbergbezoek en kermissen probeerde men aan banden te leggen. In een kopie uit 1750 van een kaartboek uit 1665 met de goederen van de kerkfabriek van Hakendover vonden we een aantal (handgeschreven) bladzijden met reglementeringen voor wat betreft herbergen, dansgelegenheden, begrafenissen enz. We vermoeden dat het hier gaat om een transcriptie van een ordonnatie van de burgelijke overheid.

"...verbieden we alle herbergiers van op zondagen oft op heylige daeghen iement te ontfangen in herbergen oft voer hun te tappen wijn bier brandewijn genever oft iets dergelijkx uytgenomen die rijsende luyden oft te houden eenige spelen oft dansen ghedurende den teyt dat men de hooghmisse sermoen oft vesperen is doende..."

Overtreders krijgen een geldboete evenals diegenen die op die momenten dansen of spelen houden op straat of op andere openbare plaatsen.

"insgelijks verbieden wij aen alle onghehuwde vrouwspersoonen haer te bevinden ter vergaderinghe oft omtrent die selve op zondaghen heylighe daeghen oft merkdaghen...""Daerenboven verbieden wij aen de ongetroude luyden te houden eenighe spinninge"(=bijeenkomst waarop gekeuveld en gepraat wordt tijdens het spinnen!)

Het is ook verboden om jongeren voor de deur of bij je thuis bier of een andere alcoholische drank aan te bieden.

"Ook verbieden wij aen alle herbergiers ten platten lande, oft in de opene steden naer de negen uren savents te tappen wijn bier brandewijn genevel oft vergelijckbaer.

Een volgend verbod behandelt het houden van maaltijden en het organiseren van een feestmaal bij een overlijden:

«Daerenboven verbieden wij het houden van alle maelteyden zoo op den dagh van die uytvaerden als daghet daer naer.»

Wel mag men ("met alle matigheyt ende gheschiktheijt") toegang tot het huis bieden aan personen die van buiten de woonplaats van de overledene zijn gekomen om de begrafenis bij te wonen. De boetes zijn niet mals: als je betrapt wordt op het uitnodigen van buren of dorpsgenoten kan je een boete krijgen van 50 gulden! Ter vergelijking: een herbergier die na negen uur 's avonds toch alcoholische dranken schonk, kreeg een boete van hooguit 3 gulden.

Bron: Kaartboek van de goederen van de kerkfabriek van Hakendover, met volgende attestatie:

"Annis 1665, in novermber ende december, ende 1666, inde april en mey, hebbe ick ondergescreven landmeter by den Souveraine Raede van Brabant gheadmitteert, ten versoecke van heer Arnoldus Pieraets, Pastor tot Haeckendover, gemeten alle dese landen bosschen, bemden ende wooninghen, soo van Kerck taeffel ende anniversairen tot Haeckendover, als oock van de Capelle Wulmersum ende Sint-Dionyes Authaer aldaer... Aldus verclaere ende ghetuyge midts dese onder myne gewoonlycke onderteekeninghe binnen Haeckendover, desen XX mey 1666." Getekend:DIONYSIUS GOFFART, LAMBRECHT WARNIS...Dit kaartboek bestaat uit 195 bladen, ieder met een klein plan van één, soms twee of drie percelen met de opgave van de afmetingen en de namen van de eigenaars van de aanpalende goederen. Op een groot aantal ziet men de toen bestaande gebouwen en wegen afgetekend o.a. de 'dorpplaatsen' van Hakendover en Wommersom. De goederen waren grotendeels gelegen te Hakendover, andere te Goetsenhovern, Oplinter, Wommersom...ens.Een kopie werd gemaakt in 1750. gekleurde pentekeningen op bladen (0.30 x 0.21)
Contacteer ons nu