Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

E.H. Jules Roggen

Priesterwijding, 1937

Jules Roggen is een man die niet alleen met de geest maar ook zeer graag met de handen werkt. Op de ouderlijke boerderij in Hakendover heeft hij elektriciteit gelegd, de waterleiding aangebracht, de koestallen herbouwd. Sinds zijn pensionering heeft hij zich meer met het fijne werk beziggehouden: in de koestal staat een driemotorige houtbewerkingsmachine. En zoals het een goed schrijnwerker past, heeft hij ook een stukje van zijn vinger weggezaagd. We zochten hem op op een zondagmorgen na de hoogmis. Onze centrale gast is bijzonder vlot. Op mijn vraag om zijn carriere te schetsen, vertelt hij hoe hij als jonge perpetuus van het college te Tienen de priesterstudies aanvatte te Mechelen. Normaal had men hem voor zijn priesterstudies onmiddellijk naar Leuven doorgestuurd maar Jan Mombaers, eveneens van het college van Tienen en één jaar ouder dan hem was dat jaar, 1931, naar Rome gestuurd. En hetzelfde jaar twee slimme gasten verder zenden voor hogere studies zou een blaam geweest zijn voor de andere colleges van het bisdom Mechelen - Brussel. Na schitterende studies, en hij vermeldt ondermeer Grieks en Hebreeuws, wordt hij op 4 april 1937 priester gewijd.

Vijf minuten

Op 10 april, zes dagen na zijn priesterwijding, werd hij door zijn oversten op het seminarie ontboden en werd hem meegedeeld dat hij drie maanden les zou geven aan een college. Nadien, zou hij de studies van landbouwingenieur kunne beginnen. Deze mededeling duurde hooguit 5 minuten. De heer Tessens, de overste maakte een kruisteken in de richting van de pas gewijde priester en zei: "Maneat Semper".De studies van landbouwingenieur duurden toen vier jaar. Toch zou hij pas in 1942 afstuderen want tijdens de mobilisatie schakelde men hem een jaar lang in als leraar in Geel. "Dat was uiteraard pro deo: de inrichtende macht kon subsidies trekken op onze kosten.

De pastoor van de blauwe streek

In de Kempen noemde een of andere vriend hem soms al schertsend "de blauwe pstoor". "Dat maakte natuurlijk allusie op de kleur van het Tiense," verduidelijkt onze gast. Het lot heeft gewild dat de Hagela nder-Haspengouwer gedurende veertig jaar in de Kempen werkzaam was. Jules Roggen: "Door de Kempenaars werd ik aanvankelijk moeilijker aanvaard omdat ik een Haspengouwer was. Later bij mijn terugkeer in Hakendover na mijn pensionering onderging ik hier hetzelfde lot en werd ik door mijn collega's ge­dood als een Kempenaar." Negen jaren, van 1942 tot 1951, was hij leraar aan de landbouwschool in Geel. Hij moest daar naartoe omdat deschool in 1947 opgericht was maar "van geen kanten marcheerde". Aanvankelijk had hij het zeer moeilijk om daar aanvaard te worden. Er werden hem nogal wat stokken in de wielen gestoken. Ondermeer door de plaaatselijke hoofdonderwijzers die door het oprichten van de tuinbouwschool een groot deel van hun avondschoolactiviteiten zagen verloren gaan.

De Hagelander Marcel Vanderbruggen

Jules Roggen is medestichter en eerste voorzitter van het Proefbedrijf Noorderkempen te Meerle (het werd in zijn huis opgericht). Met haarfijne preciesie vertelt hij hoe hij erin slaagde om tegen de zin van de voorzitter van de jury Marcel Vanderbruggen aan te werven als directeur van de pas opgerichte Proeftuin. Tot driemaal toe zou voor deze vakante betrekking een examen worden uitgeschreven. Maar Jules Roggen had de kandidaten al gewikt en gewogen en vond de Hagelander Marcel Vanderbruggen het meest geschikt om de leiding van de proeftuin op zich te nemen. Waarom? Omdat Marcel zich bij het io wil de geschiedenis dat twee Hagelanders op ruim twee uur rijden van hun geboorteplaats de ontwikkeling van de Noorderkempen een nieuw gelaat hebben gegeven. Jules Roggen als directeur van de school, Marcel Vanderbruggen als directeur van het Proefbedrijf der Noorderkemp. Ruim dertig jaar lang stonden ze er aan de leiding; Naar het einde toe werden beiden er op de handen gedragen. Ze waren samen ook de raadgevende leden van de beheerraad van de veiling in Hoogstraten. Spijtig is Marcel Vanderbruggen ons al te vroeg ontvallen.­

De Kempenaar

Jules Roggen in de processie

Op mijn vraag naar het karakter van de Kepenaars antwoordt Jules: "Het is een zeer werkzaam en ook zeer godvruchtig volk. Bij onze boerengezinnen deed meestal de boerin het woord. Was dit misschien omdat zij meer scholing had gehad, meestal de huishoudschool? De nieuwe welstand in de Kempen bekoorde sommigen wel eens tot een meer materialistische visie." Daarop repliceerde ik dat de Brabander toch ook een materialist is, waarop Jules: "Ja, maar van een Brabander is dat geweten. Dat stamt van veel vroeger."

Jules Roggen houdt van de Kempenaars zoals ze zijn. Als men ze eenmaal tot vriend heeft, dan is dat voor het leven. Hij heeft daar zeer veel echte vrienden wonen, nu nog. Er mag geen groot agrarisch feest zijn of hij wordt verzocht en rijdt er ook naar toe. Jules Roggen wil echter op dit thema niet te diep ingaan. Hij heeft door dat zijn verhaal snel in de Noorderkempen zal belanden en men hem dat kwalijk zou kunnen nemen op de koop toe. Bovendien, zo weet hij te vertellen, zitten er verschillende Kempenaars in het Hageland en die zullen dit verhaal zeker ook lezen. Zelf typeert Jules zich als iemand die voor niemand een blad voor de mond neemt. Hij heeft nu eenmaal zijn mening over de dingen en niemand houdt hem tegen om zijn gedacht te zeggen.

Binkom

Door omstandigheden is Jules Roggen dienstdoende pastoor in Binkom. Niet de eerste de beste parochie. Het is de parochie waar priester Mellaerts, stichter van de Boerenbond, geboren is. Ook priester Mellaerts, werd uitgezonden naar de procvincie Antwerpen. Hij kwam er als jong priester terecht in Heist-op-den-Berg, een arm Kempisch gehucht. Priester Mellaerts, eveneens een echte boeren­zoon,d een levendige belangstelling voor de noden van de landbouwbevolking. Jules Roggen kwam terecht in de Noorderkempen, en drukte zijn stempel op de vorming van jonge mensen die boer of tuinier zouden worden.

Timmerman en metser

Jules Roggen is zeker geen man van de theorie. Dat hij theoretisch sterk is, daar bestaat geen twijfel over. Maar dat hij die kennis combineert met een bijzonder praktisch vernuft is op zijn minst merkwaardig. In zijn zitplaats wijst hij naar de schouw: "Die heb ik zelf gemetst." Zijn ogen dwalen af in de richting van de wandbekleding: "Die heb ik zelf aangebracht." Ook heel wat meubilair heeft hij ineen geknutseld, verbeterd of hersteld. Bij het wandelen over de binnenkoer van de mooie boerderij toont hij hoe hij de gevel heeft opgemetst. In de stal staat zijn combiné. Duidelijk een instrument dat een groot stuk van zijn vrije tijd in beslag neemt. Een merkwaardig man. Een briljante geest met een groot praktisch verstand. Een Haspengouwse boom die in bloei is gekoemn in de Noorderkempen maar liefst van al in Haspengouwse grond staat. Een blakende spiritualiteit. Iets meer Brabander dan Hagelander. Een boeiend figuur.

Contacteer ons nu