Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

De Heilige Relieken

Hendrik was koster sinds zijn vader niet meer bij machte was om zichzelf nog recht te trekken. Zijn vaders benen wilden niet meer en onrust speelde in zijn hoofd. Vaak ijlde hij ’s nachts en in zijn dromen zag hij donkere schimmen die over de heuvels in het zuiden het dorp binnentrokken. In zijn donkerste dromen verscheurden de wolven uit de bosrand zijn schapen. Het bloed droop van hun tanden als ze rond het kerkgebouw slopen. Hendriks moeder kookte een soep met blaadjes van de spikdoorn en water van de bron, om de ergste koorts te onderdrukken, maar het hielp niet. Ze depte het koortszweet van zijn hoofd, streelde hem en fluisterde met fluwelen woorden liefde in zijn oren. Overdag lag hij vaak met open ogen voor zich uit te staren, op een laag stro langs het haardvuur, alsof zijn ziel al half vertrokken was. De Zaligmaker die hier op de heuveltop de kerk had gewijd, had zijn lot als een zijden draad in handen. Het was een wonder, zo zei men, dat de koster nog niet eerder was gegaan. Hij hing nog wat vast aan het leven, zoals een speelse jonge kat aan de draad van Clara’s spinnewiel, zo knikten de vrouwen van de Dieperik met een gemaakt bezorgde blik. 

Reeds als jongeling had Hendrik zijn vader geholpen om de dagdagelijkse taak in de kerk te volbrengen. ’s Morgens, nog voor de haan op het hof van Goeswijn vanden Kerkhove had gekraaid, nog voor de eerste stralen van de zon de toren belichtten, kwam hij samen met zijn vader naar de kerk om hier de priester bij te staan tijdens de vroegmis. Veel volk kwam er niet, net zoals de kerk was het dorp klein, met een handvol hutten en huizen. Een robuuste toren van blokken die door de Twaalf Mannen uit de steenberg waren gehakt en naar hier gesleept. Tegen de toren leunden een smal schip en koor. De Mannen hadden de stenen omhoog getrokken met schier goddelijke kracht, naar deze plaats op de heuveltop die door Onze-LieveHeer zelf was aangeduid. Hier had Hij mee aan Zijn tempel gebouwd, nadat hij eerder op Hooibout en Steenberg de stenen weer van elkaar had laten gooien. Zo vertelde grootmoeder ’s avonds in het donker van hun hut. Haar ogen trokken dan wijd open, en haar gezicht kleurde rood als klaprozen in het licht van het haardvuur. Als dat geen wonder is, knikte ze. 

De oudste sacristie, interpretatie Kris Merckx

Hier in de sacristie lag alles wat toonde dat zijn grootmoeder een klaar en echt verhaal vertelde. Zo waar was het, hier lagen de resten van dat grote wonder. Achteraan in de sacristie, aan de noordkant van het koor, zat, achter een steen verborgen, een kleine houten kist, met goud belegd. Eens per jaar, op de dag na de verrijzenis van de Heer, haalde zijn vader die kist uit die secrete plaats. De twaalf boeren en herders van het dorp droegen de kist boven de hoofden en op de schouders gehesen door het dorp, langs ’s Heeren Straete, langs de open Plaats voor de toren de heuvel af, om dan wars door een holle weg tussen bos en veld omhoog te trekken, naar de noordelijke berg. Daar gekomen, zongen ze liederen en zegende de pastoor volk en veld. Naar het exempel van de Heer die dat hier zelf had gedaan, toen hij hier gevolgd door een schare engelen uit de hemel, was neergedaald om zijn eigen  tempel te wijden. Dat was gebeurd, zo zei grootmoeder altijd, op een dag op het einde van de winter, als de felste koude begint te breken en de eerste bloemen en bloesems hun kop durven opsteken, op de heilige dag van de kerkwydinghe. 

Eén keer had hij als kleine jongen de kist uit de secrete nis mogen tillen. Zijn vader stak zijn handen ongerust voor zich uit, voor het geval Hendriks jonge lijf en tengere armen de last niet zouden kunnen dragen. Vader zette de kist beheerst neer op het stenen altaar. Hij veegde met zachte hand het stof van de gouden boorden en fezelde, als wou hij de rust van de Zaligmaker niet verstoren…

“Hier zitten de Heilighe Reliquien,
de rode zijden draad en
de brief met de gulden letters”. 

Lees hoofdstuk  11

Contacteer ons nu