Zoek teksten, afbeeldingen, video's

Hallo, deze site is gebouwd door Kris Merckx. Heb je zelf digitale hulp of ondersteuning nodig als particulier, bedrijf, VZW, school of vereniging? Bel me op 0497 94 40 81

Een kot vol duiven

Duiven bouwen een nest in het poortgebouw.

De oude trap

Vanachter was het duivenkot. In die tijd trippelden de duiven nog in de sputnik rond, tot mijn vader op een dag besloot om de toegang teniet te doen omdat een van de katten een slechte les had geleerd en had begrepen dat de sputnik een gemakkelijke toegang vormde tot een lekkere brok vlees. 

In de gang naar den hof stond een oude trap met brede treden en zonder leuning, de trap uit het oud huis waar mijn moeder en tante hadden gewoond vooraleer mijn grootvader de vierkantshoeve had gekocht, ergens begin jaren dertig. De oude lemen hoeve had nog lange tijd rechtgestaan, maar heel de inboedel was mee verhuisd, tot de inhoud van de zolder toe. Ook de oude trap aldus, die waarschijnlijk al een paar honderd jaar had dienst gedaan. Een trap vaak betreden door kousenvoeten, blote voeten, geschoeide voeten en voeten op klompen door generaties, lang vergeten. Langs die trap kroop mijn vader naar boven, naar zijn duiven en zijn vogels. 

Trouwe duiven

De laatste telgen van zijn beste duiven trippelden daar rond, ze legden eieren en voedden hun jongen op in oude houten rekken langs de wanden van het hok. Beesten doen dat zonder daarbij na te peinzen. Ze dragen zorg zonder er iets voor terug te moeten krijgen. En af en toe vlogen ze langs de sputnik naar buiten om de blauwe hemel te verkennen zonder enig doel of zonder boodschap over te brengen. De duiven deden waar ze goed in waren: rondvliegen om dan weer schijnbaar zonder enige reden, terug te keren naar hun kot. 

De duiven zaten er omdat mijn pa het nu eenmaal altijd gewoon was geweest om duiven te hebben. 

Niet alles heeft een zichtbaar doel in het leven. Duiven zijn trouw, ze keren altijd terug naar hun kot. Ze zijn daarin gelijk honden, ze kennen hun meester en respecteren hem. Ze missen de valsigheid en het eigenzinnige van een kat of de vadsigheid van veel mansvolk. Ieder beest kent zijn plaats en speelt zijn rol, zo gaat dat op een pachthof. 

Klein minnekes

Niet dat ik iets tegen katten heb, want niets is zo schoon als een kattin voor haar minnekes te zien zorgen. Katten waren er bij ons meer dan genoeg, soms tot bijna twintig. En in de overgang van lente naar zomer zaten we met zijn allen buiten op de trappen naar het spel van de kleine minnekes te kijken, die bij het vallen van den avond, als de warmte van de zon op haar aangenaamst is, buiten tussen de kasseien naar elkaars staarten grepen en zotte buitelingen maakten waarvan we allemaal moesten lachen. En moederkat lag met de poten uitgestrekt in het late zonlicht naar haar jongen te kijken, haar ogen liepen over van de minne. Soms heeft een mens niet meer nodig.

De kippen van ons vader 

Ons vader had een speciaal soort kippen, zo zei hij. En inderdaad dat ras kom je nog zelden tegen. De "bonte leghorn". In de winter moet ik er een deel wegdoen, zei hij altijd als er iemand over de vloer kwam. Die winter is echter nooit gekomen. Op het erf liepen en lopen nog steeds de telgen van dit verloren gewaande kippenras. Op zekere dag kwam er iemand op het erf die vroeg: " Hoe lang lopen die kippen hier al?" Ons vader antwoordde: " Van in de jaren 50". Waarop die andere repliceerde: " Potverdekke, ik wist niet dat kippen zo oud konden worden". Ons vader smikkelde dan van het lachen en we wisten nooit echt of dat wel een waar verhaal was of niet, maar plezant was het wel. 

Zwaluwen

Bordje aan de poort van Hoeve Sissen

Ons vader leefde met zijn hoofd in de wolken. Elke vogel die hij aan de hemel of op het dak zag, had hij herkend. En aan elke zang herkende hij de soort. Hij was een autodidact ornitholoog. Onder het poortgebouw huist van oudsher één van de grootste kolonies huiszwaluwen van Brabant. Daar was hij bijzonder fier op en elke lente smachtte hij naar hun terugkeer. Ooit zag hij een witte zwaluw, wie anders dan hij moest dat hebben opgemerkt. 

De zwaluwen, de vogels, de kippen en de duiven... ze vlogen rond in het hart, de ziel en het hoofd van ons vader. Ons vader voelde geen vlinders in de buik, maar leefde met zijn gevleugelde vrienden in het hart. 

Ons vader in de hemel   

Ons vader
  

Mijn vader was zo'n beetje gelijk zijn duiven, de hele dag nog vol energie om de vleugels te spreiden, en van 's morgens tot de avond rondtrippelend in het hok, maar vaak veel te stram om nog uit te vliegen. Of niet meer durven uitvliegen uit schrik voor het geweld van een jonge kat die hen bij het nekvel kan scharrelen, en dan is het voor goed gedaan. Zo zit de wereld in mekaar. Geven en nemen, geboorte en dood, het zaaien en de oogst. Hij droeg de liefde in zijn ogen en zijn hart, en zijn logge handen streelden zachter dan een poezenvel.

Onze pa met Mickey

Of anders bezien, gelijk een van zijn vogels, gebonden tot de stilte van de kooi en soms gepakt van een of andere kou, dik opgezet, maar altijd nog met de volle kleur van het leven. Gelijk de zon met zacht pastel schone strepen strijkt aan de hemel, in de avonduren samenvloeiend in een steeds donkerder wordend aquarel. Zo was mijn vader. Of gelijk de takken van een oude boom die taaier door de ouderdom hun eigen laten hangen, maar niet breken, om rust en schaduw te bieden aan de jonge telgen bij de voet van zijn stam. Met ranke kruin gericht op de hemel, maar met de wortels vast in de zwarte klei van zijn grond. Zo was mijn vader.

Of gelijk de honden van de boerderij die hij heeft zien gaan en komen, zo was hij. Net zoals mijn lieve hond Bob, die droeg de trouw in zijn hart en ge zag het aan zijn ogen hoe lief hij zijn bazen had. Mijn vader, in zijn stilte trouw aan vrouw en kroost en waakzaam als iets of iemand zijn erf verstoorde. Gelijk de muren van zijn hoeve, oud en stevig, groot van steun, maar getaand door het leven en de gang van de jaren. Zo was mijn vader.

Of een beetje zoals de koeien die hij had zien gaan en komen. De eenvoud en de onbezonnenheid van het grazen in de wei. Of zoals hij was bij het ploegen, als gedachten en zorgen konden vliegen en vlieden in de winden over de grote weidsheid van zijn akkers. Als ik ploeg, zei pa, dan ben ik gelukkig, dan is alle miserie uit mijn hoofd, dan schieten zorgen uit mijn hoofd gelijk opgejaagde hazen uit een voor als de tractor ronkend aankomt.

Gelijk alles wat schoon en zacht is in het leven. Het ruisen van het rijpe graan, het binnenhalen van de oogst of de geboorte van een kalf. Gelijk het stille gaan en komen van de dagen of het vallen van de avond op een late zomerdag. Het stille neervlijen van sneeuwvlokken op de kasseien van het erf in de wintertijd rond Kerstmis of zoals het stilzwijgende genoegen van water te brengen aan de koeien in de wei. Zo schoon als het wit en het groen in de bomen als de winter zijn laatste vlokken strooit. Of zo zacht als de jonge lente en zo rijp als het fruit aan de bomen op een septemberdag. Zo was mijn vader.

Onze pa melkt een koe, langs het wegje "aan de pomp op" op het Begijnhof

Gelijk het eggen en zaaien, en de blijdschap van de oogst. Gelijk de stilte en de geuren na een onweer en de rust van een slapend kind. Zoals de droefheid en de blijheid om wat ging en nog komen zal. Weet ge, ik vind simpel niet de woorden om te zeggen wat ik u vertellen wil. Ook al zijn er woorden veel geschreven, toch vind ik niet wat ik vinden wil. Gelijk de queeste van een beeweg, gelijk alles wat nooit een antwoord vindt.

Weet ge, dat is voor mij zo'n beetje de hemel, allé dat is mijn gedacht. De hemel dat is waar de duiven naartoe gaan als ze van het dak opstijgen. En elke keer als ik dat zie, dan denk ik aan ons vader. Aan zijn duiven en aan hem. Ik kan geen duif wegjagen als ik ze op de straatstenen in 't stad zie rondlopen, want dat is zo'n beetje gelijk de zielenrust verstoren voor mij. Dan denk ik aan ons vader. Pas op, ik zie hem ook in ander zaken. Gelijk in   de stilte of in de ogen van mijn kind. Of in de droefenis van een oude mens die huilt om alles wat is heengegaan. In de rust van eindeloos te kijken naar de avondwind als de late zon je gezicht verkleurt, een lichte wind je haar beweegt en de kat zich in minne aan je voeten vlijt. Ziet ge, ik weet eigenlijk niet just hoe ge dat moet zeggen. Ik ben dan ook geen pastoor of wat dan ook. Ik ben maar een gewone mens, zoals ons vader en ons moeder in de hemel.

Kris Merckx, 2012-2016

Contacteer ons nu